Home / Gedichten / De herders

De herders

(Willem De Mérode 1887 - 1939)
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Rondom hen werd de wereld wit.
God strooit zijn engelen neer als rijm.
En aarzelend nam hun hart bezit
van ’t simpele geheim.

Der eeuwen zwellende ongeduld
ging eindelijk te bloeien aan.
God heeft zijn heerlijkheid verhuld
en is als kind ontstaan.

De hemelen deinden licht en luid,
en ’t drong hun zinnen huiverend in:
God, die zich in het vlees besluit,
neemt heden een begin.

De nacht stond donker om hen heen,
toen zei er één, met schorre stem
en allen rezen: ‘k hoor geween!
En ging naar Bethlehem.

Zij vonden Jozef tranenblind,
Maria afgemat van smart.
Toen koosden zij en kusten ’t Kind
met handen ruw en lippen hard.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten