We zitten ongedwongen met elkaar te praten
terwijl we vissen aan de oever van het meer.
De “Winde Gods” blaast onze dobbers heen en weer,
dat ondergaan we beiden rustig en gelaten.
We spreken samen over zaken, heel private
-van dat ik ook niet altijd één der trouwste ben-
Waarop hij zegt: “’t Is Magdaleen die ik beken,
tenslotte zijn we mannen, geen castraten”
En als we uitgehengeld zijn, een paar uur later,
gaan we op huis aan met een maaltje Petrusvis
dat straks gebakken en gekruid heel lekker is,
vooral met wijn er bij, helaas er is slechts water.
Maar hij zegt: “Geen paniek, we raken best bezopen”
en uit de kraan, o wonder, komt Chablis gelopen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.