Home / Gedichten / De Krekels en de Wandelaar

De Krekels en de Wandelaar

Dichter(es): C. S. Adama van Scheltema
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

De dag ging heen, zonk eenzaam achter
Een oude wijze vlier,
De meiliedjes werden al zachter,
De wei lag vol getier —
De kleine krekels riepen:
Kom hier! Kom hier! Kom hier!
’k Sloop zachtjes door de bronzen wei,
Het zong er als een lier, —
Ik hoorde ’t — ik was heel dichtbij —
Dan zweeg ’t — ik zag geen zier, —
’t Was verder dat ze ’t riepen:
Kom hier! Kom hier! Kom hier!
De avond borg zijn schoonheid weg
— Zijn schatkist op een kier, —
Ik zag het niet, ’k zocht langs den weg,
Ik zocht zoo’n zingend dier, —
’t Was ginder dat ze ’t riepen:
Kom hier! Kom hier! Kom hier!
Ik voelde mij alleen in ’t donker,
Een sterretje had plezier
En lachte met zijn fijn geflonker
Door de oude wijze vlier, —
Alleen de krekels riepen:
Kom hier! Kom hier! Kom hier!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten