
Zie Keesje! deze doode mug
Vloog nog zo even blij en vlug
Maar ’t is door onbedagtsaamheid,
Dat hij nu dood op tafel leit.
Hij had in ’t kaarslicht zulk een zin,
En vloog er onvoorzichtig in.
Nu ligt hij daar: maar ’t is te laat.
Er is voor ’t mugje nu geen raad.
Hij werd bedrogen door den schijn.
O! Laat ons dit tot leering zijn,
Dat, eer men iets gewigtigs doet,
Men zich wat lang bedenken moet.
Eén uur van onbedagtsaamheid
Kan maken dat men weeken schreit.