Home / Gedichten / De Slang

De Slang

Met dank aan Adriaan van Dam voor het insturen van de tekst


God schiep in den beginne twintig poten aan de slang
Dat lijkt wat ruim bemeten, maar zo’n beest is aardig lang
Het aantal bleek noodzakelijk om hecht te kunnen staan
En ook om van het aardse slijk en modder vrij gaan

Ook kreeg de slang als enig dier beheersing van de spraak
En wat -ie te vertellen had was af en toe goed raak
Iets minder dan de Jonge of collega Youp van ’t Hek
Toch kwam er slimme taal uit zijn gespleten slangenbek

Maar op een dag toen werd de slang een beetje eigenwijs
Hij smeerde Eef “De Appel” aan in ’t aardse Paradijs
De Heer onstak in grote toorn, heeft hem de bek gesnoerd
En ook zijn poten afgehakt, ja dat was heel beroerd

Sindsdien kruipt hij op naakte buik door drek en gorennissen
En het verminkte strottenhoofd beperkt zijn stem tot sissen

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten