
(Genesis 16 – 1:15)
Toen Vader Abraham nog kortweg Abram heette
En oude Sara met Sari werd aangeduid
Ontbrak een erfgenaam, de zo gewenste spruit
Die kudden hoeden kon en bidden voor het eten
Opdat een vreemde niet hun spullen erven zou
“Wat oude Abram noch zijn eega Sari wou”
Mocht hij van haar een nacht met Hagar samenleven
En heeft zodoende Ismaël aan haar gegeven
En Ismaël, de Vader aller Islamieten
Bekende die, en dan weer die, en die weer die
Met als opmerkelijke nazaat Hirs’ Ali
Waar Rie Verdonk zo kloterig mee op kan schieten
Kortom, de val van ’t kabinet “Peet Balkenend”
Lag al besloten in het Oude Testament