
Ik had een droom,
vol wind
en Goddelijk licht.
Nee
er was
geen tunnel bij,
immers
dit keer
ging ik niet dood.
Wel lag ik
in een schoot
vol groen
en andere kinderen
die
de poëzie bedreven.
Gelukkig was
dit
niet op rijm.
Nee daar was het
geen droom voor.
Ik fietste
door de lucht
op weg naar
Jeruzalem
om God
maar het kon ook
de Moeder zijn
te eren.
Nee
ik ben niet meer
wakker geworden.
Hoe zou dit kunnen
daar ik
een weide
geworden ben
waar jij op graast