
Eenzaam in de nacht
loop ik zo heel alleen
eenzaam in de nacht
zachtjes zingend om me heen
peinzend staar ik naar de sterren
die zo flonkerend staan, zo verre
en ik zucht, ik heb geen vrienden
zelfs niet één
Eenzaam in de nacht
loop ik dan maar weer voort
maar mijn pas wordt flinker
ik heb een stem gehoord
die mij zegt dat hij eens in mijn leven
mij een trouwe vriend zal geven
en bij dag en nacht
ik niet eenzaam meer zal zijn