
Er was eens een schilder in Spangen,
twee meter ruim, dus wel een lange.
Op z’n tenen kon hij
vrijwel overal bij;
zo kon hij ook mirakel behangen.
Hij ging naar de kapper om loten,
maar die was helaas al gesloten.
Die vent is niet wijs!
Dit kost mij mijn prijs!
Nu baal ik. En dat vind ik klote!
Er woont in het Belgische Ukkel
een weerman, een zielige sukkel.
Hij heeft boven zijn neus
een enorme – ’t is heus! –
op het weer reagerende pukkel.
Je kon het nog zien aan zijn oren:
hij was in een windvlaag geboren
Hij was zelf ook niet blij,
met die flappen op zij…
maar hij kon er geweldig mee horen!
En dan die reuzin in Bourtange:
die meid moet je zéker niet stangen,
want dan krijg je een lel!
Nou, dan weet je het wel
(als het waar is dan mag je me hangen)
Bij een supermarkt in Hindelopen,
gaat men waterkonijnen verkopen.
Iets voor jullie diner?
Weet je wat: neem er twee
voor de soep – want ze zijn al verzopen.