Gij staat zoo heel, heel stil
met uwe handen, ik wil
u zeggen een zoo lief wat,
maar ‘k weet niet wat.
Uw schoudertjes zijn zoo mooi,
om u is lichtgedooi,
warm, warm, warm — stil omhangen
van warmte, ik doe verlangen.
Uw oogen zijn zoo blauw
als klaar water — ik wou
dat ik eens even u kon zijn,
maar ’t kan niet, ik blijf van mijn.
En ik weet niet wat ’t is wat
ik u zeggen wil — ’t was toch wat.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.