Home / Gedichten / Grootvader

Grootvader

Dichter(es): Frederik Hemkes
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Grootvader zat te gapen
In zijn ouden leuningstoel;
“Kindren” sprak hij, “ik gevoel
Sterke lust om in te slapen,
En mijn pijpje trekt niet aan;
“k Moest een uurtje dutten gaan.”

“k Weet niet hoe het is gekomen,
Maar ik ben weer met mijn geest
Deze nacht op zee geweest;
Al dat malen en dat dromen
Heeft me wis geen goed gedaan;
“k Moest een uurtje slapen gaan.”

“Heel de droom kan ik bezinnen:
‘k Lootste door de branding heen,
Net als zeven jaar geleên,
Weer die kof de haven binnen;
Westerstorm en holle zee _
Lichten blonken op de ree.

Grootvaârs stem klinkt vreemd, en allen
Hielden ’t oog op hem gericht
Maar zijn kijkers vielen dicht,
En zijn mond was ingevallen;
De oude is onder zeil geraakt,
Uit zijn slaapje nooit ontwaakt.