
Wat voor vriendelijke tinten,
Wat voor zachten glans dat had, Kan ik niet meer overzeggen –
Maar het was oen warme schat.
’n schat, van liefde uit een wereld,
Die daar heel ver achter lag —
Van een ander” teeder’ wereld
Waarin ik op eenmaal zag.
‘n Wereld vol van louter liefde,
Die haar zegen nederliet,
Als de glimlach van oen moeder
Die haar eerste kindje ziet..
En dit, het beluisteren van een regen
’s nachts met kindergedachten:
Wat is dat gek en leuk geluid!
Wat is het lekker omdat uit
Je donker bed te hooren:
’t Is of de regen samenpraat,
Of dat een kerel buiten staat
Te fluisteren aan je ooren…
Het is een allerbekoorlijkste bundel verzen