Ik ben niet bang in het donker
Er loopt een jongske door de nacht…
de hemel is vol stergeflonker.
‘Ik ben niet bang,’ zegt ’t jongske zacht,
‘Ik ben niet bang in ’t donker.’
Daar vóór hem dreigt een donker huis;
het kleine jongske stapt maar dapper.
De wind vaart langs met spookgedruis:
De voetjes gaan allengs wat rapper.
De maan doet blinken heel het dak,
en glansen glijden om de schouwen.
Het jongske zegt met d’ ogen strak:
‘Dat zijn de witte vrouwen’.
Nu is het spookhuis heel nabij…
het fluistert in de kale bomen;
en ’t jongske holt doodsbleek voorbij:
de witte wijven komen!
Hij heeft zijn ogen dicht gedaan
en durft niet eenmaal om te kijken;
en in de lucht lacht vol de maan
en doet de wolkjes wijken…
Vér achter ’t jongske dreigt het huis,
diep onder ’t stergeflonker…
En ’t jongske zegt aan moeder thuis:
‘Ik ben niet bang in ’t donker’.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.