‘k Las laatst in een verzenboekje,
Dat het leeren spelen is,
‘k Vind toch: wie dat heeft geschreven,
Is de plank wel verre mis.
Ik ten minste, zal niet zeggen:
’t Is mij altoos even wel,
’t Zij ik binnen in de school ben,
Of daar buiten bij het spel,
‘k Weet: ’t is nuttig om te leeren;
Daarom doe ik het met vlijt,
Opdat ik wat meer zou weten
In mijn verd’ren levenstijd.
Maar ik wil niet ontkennen,
Dat mij ’t leeren soms verdriet,
Als ‘k de lieve zon van buiten
Door de doffe ruiten ziet.
Of als ’s winters ar en sleeden
Langs de schooldeur henen gaan,
En daar buiten zooveel menschen
Zwieren langs de gladde baan.
O, dan ruil ‘k voor één paar schaatsen
Graag mijn boeken. lei en inkt,
En het is de klok van twalef,
Die mij ’t liefst, in de ooren klinkt.
Vader! ‘k wil toch vlijtig leeren,
Maar geloof mij: dat’s toch mis,
Heusch! ……ik ken niet éénen jongen,
Wien het leeren spelen is.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.