Home / Gedichten / Lenteliefenleed

Lenteliefenleed

Met dank aan Kees van Baardewijk voor het insturen van de tekst

De vogels gaan druk en onwijs te keer,
ze voelen het: de lente zit in ‘t weer.
Ik loop op straat en moet mij zeer bedwingen,
om niet onzinnig uit de band te springen.
Als ik nu deed wat ik het liefst zou doen,
dan gaf ik elke heer een hand en elke vrouw een zoen.
Maar ‘t kijk wel uit en kom weer tot bedaren.
‘t Verstand dat je gegeven is moet je toch maar bewaren.
Al gaan de vogels zich dan ongestoord te buiten:
míj zouden ze, als ‘k gek doe, onverwijld insluiten.