
Ik tel de voetstappen
in mijn gedachtegangen
voel me soms te veel gevangen
De kleuren zijn te grijs
wil ze dan een kleurtje geven
een zomerkleed weven
om iets luchtiger te leven
zoals de merel die vrolijk fluit
Zoek ik in ‘t palet van bloemen
een mozaïek aan kleuren uit
Weef het patroon vol variatie
met wat geluk en Gods gratie
zo nog een poosje door
vind het kleed nog lang niet af
de franjes neem ik straks
voldaan mee in ’t graf