
Hoor je ’t lied dat buiten klinkt?
Mei is ’t in de bomen.
Waar de wilde wildzang zingt
Van de reis gekomen
Allemaal!
’t Meest kabaal
Maakt de gele wielewaal,
Wiele-wiele-wielewaal
In de berkebomen.
Hoor je hoe het buiten roept?
Mei is ’t op de plassen.
Als je heel voorzichtig komt
Kun je wat verrassen.
Zie je niet?
Daar in ‘t riet
Glipt de vlugge karekiet,
Kare-kare-kiet, kiet, kiet
In de polderplassen.
Hoor je ’t lied dat buiten klinkt?
Mei is ’t op de heide.
In de hoge, blauwe lucht
Hoor je tussenbeide
Ginds en hier,
In een zwier,
Gulden veer, de goudplevier,
Gulden, gulden, goudplevier,
Op de verre heide.