Ik zie op mijn oude handen,
hun taak is bijna gedaan.
Brachten ze eer of schande?
Brachten ze zegen aan?
O mijn handen! Mijn handen!
Nu moeten ze spoedig vergaan.
Ze hebben al rimpels en vouwen,
vlekken bruin, die geen water wist.
Ach! Al te groot vertrouwen!
Wat hebben ze vaak zich vergist.
Mijn handen! Mijn handen! Hoe dikwijls
hun schoonst bedoelen gemist.
Nu gaan ze welken en kwijnen,
ze laten zich niet meer gebiên,
uiteen valt de kunstige, fijne
gehoorzame machien.
O mijn handen, mijn handen, gauw zal ik
uw schrift niet langer zien.
Dan worden ze mager en beven,
in verlangen naar eeuwige rust,
dan is ’t laatste woord geschreven,
het laatste kaarsje geblust.
En mijn handen, mijn handen, voor ’t laatst nog
door lieve lippen gekust.
Nog eens doet mijn wil hen buigen
in gehoorzaamheid naar elkaar,
zo zullen ze blijven getuigen,
van mijn gang tot de zalige schaar.
O mijn handen! Mijn handen! Verstijfd dan
in durend aanbiddings-gebaar.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.