Deez dag is lijk een moede man
Die langs de straten grijs en stil
Zijn droefenis niet kroppen kan
Maar toch niet schreien wil
Over beduimelde wegen zweeft
Een waas van onverschilligheid
Vrouw die zich zonder liefde geeft
En heengaat zonder spijt
Daar zoeft wat zonne-lichternis
Door ’t miezering mistgordijn
Een ziel die niet zo triestig is
Maar toch niet blij kan zijn
Kan het dat ik eens zelve word
Gelijk deez overtrokken dag
Een kind dat nimmer tegenmort
Maar nooit meer zingen mag
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.