Home / Gedichten / Moederzorg

Moederzorg

Dichter(es): H.J. van de Kraan

bedje

Jong moedertje zit rustig voor het raam,
van zware dagtaak moe.
De breikous glijdt haar in de schoot,
de ogen vallen toe.

In ’t kleine, stille kamertje
dringt ’t gouden avondlicht
en tovert weer een zachte blos
op moeders bleek gezicht.

De trekpot blinkt in zilv’ren glans
en pruttelt knus zijn lied
Het sijsje neuriet om zich heen
en roert zijn lijfje niet.

En over ’t wiegje naast haar, glijdt
een straal van ’t gouden licht
en kleurt het kleed met wond’re gloed
en kust het blozend wicht.

Het slaapt, het knuistje aan de mond,
het mollig pootje bloot,
de lipjes tot een lacht geplooid,
de koontjes donzig roze.

Hoor, even legt zich ’t kindje om
en slaapt dan rustig voort
Het moedertje schiet uit haar droom,
zij heeft het wel gehoord.



Uit: Het klokkenspel 1952

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten