Home / Gedichten / Ommegang

Ommegang

(Eduard Brom, geb. 1862)
Met dank aan Liesbeth de Nijs voor het insturen van de tekst

Zacht schrijdend door der lichten feestlijk schijnen,
Van orgel klanken en gewijde zangen
Omruist, die plechtig zwellen, smeltend kwijnen,
Beweegt de stoet zich door de dichte rangen.

Teêr-witte bruidjes, lieve knapen, lijnen
Met priesteren, van sneeuwen kleed omhangen,
Een erewacht der Godheid, wier verschijnen
Van rei tot rei verbeid wordt vol verlangen.

De baldakijn, die liefde en deemoed schragen,
Omhuift de God in broodschijn, rondgedragen
Door ’s priesters handen, door zijn hart beleden…..

De wierook geurt….. de nêergeknielde vromen
Slaan op de borst in ’t eerbiedvolle schromen…..
Hoog wolken óp de blanke zielebeden.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten