Home / Gedichten / Pietertje Pan

Pietertje Pan

Met dank aan Hans de Jong voor het insturen van de tekst

Er was eens een jongetje: Pietertje Pan,
Dat zó vreselijk vuil was – daar schròk je nou van!
Een smeer op zijn knie en een smeer op zijn toet
en een lijfje dat zwart was en vet van het roet
En elk die hem zag zei: dat Pietertje Pan,
daar komt nooit een behoorlijke kerel van!

Pietertje Pan kon er echt niks aan doen
Hij was heus wel een pan met gevoel voor fatsoen!
Hij nam iedere dag na het koken een bad
met schuurpoeder dit of met schuurpoeder dat.
Maar ach… na dat ijverig boenen en wassen.
was hij vuiler dan ooit en zat ònder de krassen!

Op school was ’t het ergste, want iedere keer
dan schrokken de kind’ren, zó vies was hij weer.
Ze fluisterden allemaal: Pietertje Pan,
ga dáár niet naast zitten, kom dáár maar niet an!
En Stien van der Steelpan, dat kraakhelder wichtje,
dat schoof van hem af met een heel vies gezichtje..

Zo zat dan ons treurige Pietertje Pan
maar altijd alléén in de bank achteran.
Geen jongetje was er, dat met hem wou spelen,
Geen meisje dat met hem haar lekkers wou delen…
En vaak zat hij stil in zijn eentje te huilen
in zijn pannensponsje… ook al een vuile.

Maar eens op een avond – daar luidde de bel.,,
,,Dag Pietertje Pan, kom, je kent me toch wel?
Ik ben tante ATA en kom uit Jutphaas…
Maar zeg eens…wat zie je er uit, kleine baas!
En sta je te huilen? Wat is me dat nou?
Kom maar bij je tante en zeg ’t haar gauw!’

En Pietertje Pan kroop bij tante op schoot
(die eerst maar eens stevig zijn wipneusje snoot)
en vertelde haar eerlijk zijn pannenverdriet:
,,Hoe komt dat nou, tante ‘k begrijp het maar niet!
Ik was me toch altijd zo goed als ik kan…
Waaròm ben ik dan toch zo’n smerige pan?’

Toen zei tante ATA: ,,Ach, Pietertje Pan,
Het Schuurpoeder, jongen, dáár ligt het’ m an!
Laat nu tante ATA maar even begaan,
dan ga je hier blank als een spiegel vandaan:
geen vlekje, geen krasje, twee glimmende wangen…
zeg Pietertje, zou je niet dáárnaar verlangen?’

Wat er toen gebeurde vertel ik je niet.
Kijk maar naar het plaatje, ik wed dat je ’t ziet!

Toen Pietertje Pan weer naar school ging die keer
toen was hij zo vuil en zo vettig niet meer.
Toen was er geen jongetje meer in de klas
dat zó prachtig glom en zó zindelijk was.
En Stien van der Steelpan, dat kraakhelder wichtje,
dat schoof naar hem toe met een stralend gezichtje.

En Mina-tje Melkkoker mompelde: ,,Piet,
kijk niet naar die sproetige Fietje Vergiet!
En Brammetje Braadslee heeft flappende oren…
Wil jij me vandaag soms mijn les overhoren?’
En Florisje Fluitketel fluisterde: ,,Fijn,
dat Pietertje Pan nog mijn vrindje wil zijn!’

Dit was het verhaaltje van Pietertje Pan
die zó vreselijk vuil was, daar schròk je nou van!
Maar toen tante ATA bij Pietje kwam wonen
en hij zich geregeld door haar liet verschonen,
was Pietertje Pan, zonder vlek, zonder kras,
de schoonste en aardigste pan van de klas!

Het boekje, uitgegeven door N.V. Nederlandse Persil Maatschappij, sluit af met:
Deze pannen schuurt ATA nooit (plaatje van dakpannen) maar wél deze (plaatje van keukenpannen) en goed! ATA schuurt schuimend schoon.

(Het was een reclameversje. Atta was een schoonmaakmiddel die ook een vieze pan kon schoonmaken)

<_a_ href=

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten