
De eilandspolder op z’n mooist,
de zon die is net wakker.
Langzaam trekt de ochtendmist op,
“Kijk, daar gaat de bakker!”
De vogels roepen naar elkaar,
de schapen er doorheen.
Een ding dat is zeker,
hier voelt niemand zich alleen.
Een boer die fluistert door het water,
leunend op zijn kloet.
Het was de zesde dag, nu kon ik slapen,
het was goed.