Grijsgeel spriet de helm in pollen,
daartussen heide die nog bruin
te winteren staat op zwarte takken
waaruit een kauw de twijgen haalt
om spanten van te maken
voor haar nest in bouw.
Het knoestig eiken kreupelhout
laat nauwelijks leven zien en lijkt
“een afgestorven blad nog hier en daar,
de winterwind kreeg het niet weggeblazen”
afgeleefd en oud.
De duinroos is een stapje verder,
haar stramme stelen doornen nog wat dor
maar heel voorzichtig is al groen te zien
dat voorafgaat aan zacht roze.
En op het strand daar lopen mensen
in hun kragen weggedoken
tegen de noordenwind gebogen.
Ik hoor hoe ze de kou verwensen
maar lees lente in hun ogen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.