Home / Gedichten / Twee oudjes

Twee oudjes

(Marie Boddaert 1844-1914)
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

De lucht is zo helder, het windje zo warm,
– Hij stiet zijn tuindeur open,-
‘Kom, vrouwke, een toertje!’ en hij bood haar zijn arm,
‘Al ’t groen is uitgelopen.’

Zo gingen zij saâm, op hun krukskens geleund,
Langs sappig groene blaren,
Langs ’t bos, waar de merel zijn liedeke dreunt
En kleurige vlinders waren.

Heel langzaam … Zij spraken niet veel daarbij,
Hij dacht: ‘Alweer een jaartje;
Daar had ik niet op gerekend!’ – En zij:
‘Een oud maar gelukkig paartje.’