Home / Gedichten / Vader Helm en zijn linde

Vader Helm en zijn linde

Met dank aan Thijs Moonen voor het insturen van de tekst

De timmerman hiernaast heeft voor ’t huis een linde staan
En nu vroeg in den morgen lei hij de bijl hieraan.
Ik vraag: goemorgen buurman, maar zeg wat gij begint?
Die boom beschut uw huisje toch tegen weer en wind?

Toen lei hij beide handen stil op ’t gereedschap neer,
En aan den boomstam leunend hernam hij: hoor mijnheer!
Die boom die plantte vader toen ik geboren was
En jaarlijks groeit en bloeit ze, werd zeventig daarpas

En op mijn trouwdag stak mij mijn vrouw een jonge bloed
Van deze zelfde linde, een takje op de hoed.
Er waren vele gasten, mijn huisje was te klein
En onder deze linde moest dus de bruiloft zijn.

Een zoon werd ons geboren, en grote vreugde was ’t
En naam en datum sneed(t!) ik in deze lindebast
Te Leipzig op de vlakte daar stond hij in de rei (!ij)
Twee lindetakjes droeg hij marcherend op zijn hoed
Te Leipzig op de wallen daar vlood zijn jeugdig bloed

Nu hangt in onze kerk een gedenkschrift aan de wand
Daar staat: “Frans Helm gesneuveld voor Vorst en Vaderland”
Mijn vrouw en ik, wij weenden om onze goede Frans
En vlochten om ’t gedenkschrift een frische lindekrans.

Sinds kon zij niet meer lachen, ik kon het evenmin
God nam haar heden tot Zich in Zijne hemel in.
Zie buurman dus waarom ik deez linde nederhouw,
‘k Zal er een kist gaan timmeren, een doodskist voor mijn vrouw.
Ik heb de boom gemeten, er is wel hout voor twee
‘k Zal dra de mijne timm’ren dan ga ik weldra mee.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten