
Wanneer ik me verloren voel van zekerheid verlaten
dan ga ik naar het restaurantje bij me op de hoek
Marie bakt daar haar kipsaté gerold in pannenkoek
en tapt er pullen schuimend bier die losjes laten praten
Zij schuifelt in haar keukentje rondom de hete platen
en veegt er met een vette vale draadversleten doek
de resten van de borden door de spoelbak in de hoek
en houdt daarbij goedmoedig haar bedoening in de gaten
Waarom ik daar vertoef als mij onzekerheden plagen
is dat Marie me louter vaste zekerheden biedt
Ik hoef haar zelfs niet eens meer de menukaart te gaan vragen
de spijzen zijn mij lang bekend waarmee ze aan komt dragen
’t Is kipsaté in pannenkoek met sla en slappe friet
en een pul bier want uitgebreider is de spijskaart niet