Het is het feest der vogels en der koren
Geboorte en der welluidende gedachten;
‘t Vergeten zijn der eindeloze nachten,
Toen in de borstjes lag de stem bevroren.
Hun vlucht is heel de wereld door te horen;
Als uit de veren keeltjes trilt het jachten,
Schieten de tonen wieken aan en krachten…
Bedil de zang niet, open wijd uw oren.
De onschuldigheid is ‘t lieflijkst in ‘t geluid;
Het is het eeuwig voorjaar dat er uit
Hen roert en rept en kwinkeleert en trekt,
Uit ieder vogeltje naar ‘t is gebekt.
Aan bos en duin ze ontzweven, plag en riet.
Hun is het licht en ‘t onuitspreeklijk lied.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.