Er zeurt
een dichter
in mijn kop.
Vol maan
en
dode sterren.
Dromen maken zich op
voor
een lange bange nacht
van
beelden in
onzinnige woorden
die
in verleden leven.
Morgen
als de maan afneemt
zal ik weer
gelukkig worden
en
dit gedicht
begraven
in de gestorven
waanzin
van deze nacht.
En toen
werd het morgen.
IJskoude angst
verdween
in de rulle
donkere aarde.
We ontbeten
pindarotsjes en
knapperige beschuitjes.
Alles was klein
en veilig.
We konden
altijd nog
de wereld veroveren
met
mooie woorden
en
verlichte zinnen
die
we aan
de hemel zouden hangen
om op
de jongste dag
iedereen gelukkig
te maken
zodat Jezus
alleen voor zichzelf
gestorven was.
Zo worden Hij
en iedereen
een handje
geholpen
om wederom
de Hof van Eden
te bevolken.
Zelfs hen
die de leer
van de
uitverkiezing
aanhangen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.