Door lichte droomen straalt de lichte morgen,
En streelt mij zooals moeder deed, en legt er
Een bloem van zon op de oude sprei, en vlecht er
Het dierbaar beeld van verre kinderzorgen.
En ‘k ben weer kind, – niet beter – ach! niet slechter
Ook dan thans, en schoolziek heb ik ’t hoofd geborgen,
Diep onder ’t dek voor ’t bange uur verborgen –
’t Is lang geleen: – ik ben mijn eigen rechter!
Wij allen talme’ aan de’ uchtend van ons leven
En bergen ’t schreiend hoofd voor ’s levens school;
Waar is onze angst – waar onze jeugd gebleven?
Doch wien, die eens als kind voor ’t leven school,
Heeft het bij ramp en leed zooveel gegeven,
Dat hij niet zwerv’ en snikk’ en eeuwig dool’!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.