Home / Gedichten / Weemoed

Weemoed

(Alice Nahon 1896-1933)
Met dank aan Andreas Jaquet voor het insturen van de tekst

Uit de bloemen en de bomen
Stijgt een onbepaalde klacht
’s Avonds als ik zit te dromen
En gedwee m’n weemoed wacht
En uit alle de gewesten
Rijst een zang van droefenis
Omdat ginds in ’t rode westen
’t Zonnelicht aan ’t sterven is

‘k Zit naar ’t sparrenbos te staren
Waar die stralen stervend zijn
‘k Wou zo geer ’n wat glans vergaren
Voor mijn droevig zielekijn
Maar ze daalt reeds in de bomen
En haar stralen houd ze bij
Z’ heeft mijn blijheid meegenomen
En wat weemoed liet ze mij

Stil o stille ‘k voel ze komen
Milde weemoedsmelodij
Zachte, wond’re weeldestromen
Brengen mij gedichtjes bij
Stil o stille, ‘k hoor d’ akkoorden
Klagen door de schemering
‘k Voel geen tranen, ‘k weet geen woorden
‘k Vind alleen herinnering

Dank o zon dat gij mijn zangen
Als g’ in ’t leven slapen gaat
Voor dees grauwe gasthuisgangen
Mild en goed behouden laat
Dank, o weemoed, dat gij dromen
Zendt door mijne droefenis
Wijl dees donkere dagen komen
Wijl mijn zon gestorven is…