
De Schoonheidsspecialiste vroeg,
Wat zijn verlangens waren.
Hij zei: ‘Och, wilt U alstublieft
Mijn wenkbrauwen ontharen?
Ik ben artiest, ik heb géén geld,
Misschien wilt U het zóó doen,
Dan zal ik u in ruil daarvoor,
Een schilderij cadeau doen.
Ik ben kunstschilder van mijn vak
En wil u niet verhelen,
Dat ik mijn wenkbrauw noodig heb,
Voor ’t maken van penseelen !