
Ik zit in jou
jij houdt me warm
je hoort mijn zucht
weet mijn verlangen
ik hoor jou kraken
voel jouw krassen op de vloer.
Schommelstoel:
zie jij mijn zwijgend staren
de zwelling van mijn schoot
waarin het herfsthartje slaat?
Jij wiegt ons in slaap
ik droom een werkelijkheid
vice versa
in de schommelstoel.