het regengordijn valt gestaag
en verbergt het dichte woud
waar de bomen elkaar omarmen
ze zijn groot en eeuwenoud
zij horen een klagend huilen
en zien een strompelend lijf
van een jonge wolvin
zoekend waar de moeder blijft
die ging er met de roedel vandoor
en heeft haar jong verlaten
zonder nog een keer om te zien
het huilen zal niet baten
de wolvin legt zich moede neer
verscholen onder het dichte groen
angstig voor die eenzame wereld
niet wetend wat te doen
de roedel wolven is verdwenen
hun huilen nog amper te horen
de wolvin is hongerig en koud
ze voelt zich intens verloren
daar hoort ze geritsel in het gewas
ziet op een afstand hem daar staan
een wolf die zachtjes huilt
hij kan niet alleen verder gaan
langzaam lopen ze naar elkaar
zij angstig, hij behoedzaam
de roedel op de achtergrond huilt
steeds verder van hen vandaan
de regenval is gestopt
de avondzon schittert fel
in het woud is het erg stil
de oude bomen volgen het spel
op afstand elkaar bespiedend
leggen ze zich eindelijk neer
de rust daalt over de bergen
het woud en kalme meer
zij voelt zich veilig nu
en valt in een diepe slaap
hij kijkt op haar toe
terwijl hij ondertussen waakt
bij het eerste ochtendgloren
wordt zij ineens beslopen
een andere wolf eist zijn recht
moet het met de dood bekopen
want HIJ verdedigt haar
zal haar het woud uit leiden
om samen het meer te ontdekken
nieuwe vijanden te bestrijden
ze lopen, spelen en slapen
steeds dichter bij elkaar
en ook het woelige water
betekent geen enkel gevaar
moederwolf verdween in de bergen
waardoor ze haar jong verwondde
maar die heeft haar geliefde wolf
voor eeuwig gevonden
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.