Home / Gedichten / Zonnekindje

Zonnekindje

(1941)
Met dank aan Lies Lammers voor het insturen van de tekst

Beatrixje, zonnekindje met je onbezorgde lach,

met je sluike blonde haartjes: ‘k wou dat ik je nog eens zag.

Ach, al was ’t maar op een plaatje, zoals vroeger in de krant,

toen je je verjaardag vierde in ons vrije Nederland.



Drie jaar is ’t al weer geleden dat je op de wereld kwam,

En bij goede Nederlanders o zo’n grote plaats innam.

Maar nu vier je je verjaardag ginds op verre vreemde grond.

Ach, je weet nog niet, prinsesje, hoe ons landje werd gewond.



Hoe er vreemde mannen kwamen, hoe je daarna vluchten moest,

hoe toen in die meimaandsdagen zoveel steden zijn verwoest.

Hoeveel dappere soldaten streden op het veld van eer;

uit de strijd voor Neerlands vrijheid kwamen velen nimmer meer.



Beatrixje, in veel kamers hangen fotootjes van jou.

want een echte Nederlander blijft Oranje altijd trouw.

En de echte Nederlander hoopt dat hij ’t beleven mag

Dat er binnenkort zal wapperen weer de roodwitblauwe vlag!



Dat er op paleis Soestdijk weer fier d’oranjewimpel staat,

en je met ons klein Ireentje lachend door de tuinen gaat.

Dat je met je lieve ouders weer door Neêrlands straten rijdt,

die als ’t ware zijn bedolven onder fleurig bloemtapijt.



Dat je oma weer zal spreken in een vrije ridderzaal,

voor een onafhank’lijk Neerland in de Nederlandse taal.

Beatrixje, klein prinsesje, eens zal klinken over zee:

Neêrlands leeuw is weer herrezen, en dan klinkt: Je maintiendrai!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten