Claude Debussy



Claude Debussy (22 augustus 1862 – 25 maart 1918) was een componist uit Frankrijk. Hij speelde zelf ook piano. Hij componeerde klassieke werken voor piano’s, opera’s, orkesten en solo-instrumenten.

Zijn jeugd
Claude, Achille Debussy kwam op 22 augustus 1862 ter wereld in het Franse Saint-Germain-en-Laye, als zoon van Manuel Achille Debussy en Victorine Manory. Claude was de oudste van vijf kinderen.

Zijn ouders hadden in die tijd een kleine keramiek- en porseleinwinkel. Omdat de zaken steeds slechter gingen verhuisde het gezin in 1864 naar Parijs waar de vader Manuel, een baan kreeg bij de spoorwegmaatschappij Fives-Lille. Pas in 1864 werd Claude gedoopt, Peter en Meter waren: Achille Antoin Arosa en Octavie de La Ferronnieré, tante van vaderszijde.

Debussy leerde van zijn moeder lezen en schrijven.

Claude Debussy kreeg zijn eerste pianolessen op zesjarige leeftijd, van Giovanni Cerutti in Cannes. Zijn talent werd al snel opgemerkt. Mevrouw Mauté de Fleurville, de schoonmoeder van dichter Paul Verlaine, zag hoeveel muzikaal potentieel de tienjarige jongen had. Op haar aanraden werd Debussy toegelaten tot het conservatorium van Parijs, waar hij zowel piano als muziektheorie studeerde.

Hij kreeg theorieles van Albert Lavignac en pianoles van Antoine Marmontel, die meteen zijn uitzonderlijke talent herkende. Later volgden lessen in harmonieleer bij Emile Durand en orgel bij César Franck. De strakke regels van Franck bevielen Debussy echter niet – vooral het rigide modulatieschema stuitte hem tegen de borst.

Om in zijn onderhoud te voorzien, gaf Debussy pianoles aan rijke amateurs. Dit bracht hem buiten Parijs en leidde tot inspirerende reizen naar onder meer Italië en Rusland. Deze ervaringen verrijkten zijn muzikale en intellectuele ontwikkeling.

António Marmontel
Pianoleraar António Marmontel,1899.
Albert Lavignac
Albert Lavignac, 1910.
componist Claude Debussy
Claude Debussy, schildering van Marcel Baschet, 1884.
Zangeres Marie-Blanche Vasnier
Zangeres Marie-Blanche Vasnier, geschilderd door Jacques-Émile Blanche, 1888.

Familie Vasnier
In 1879 ontmoette Debussy de charismatische Marie-Blanche Vasnier, een getalenteerde zangeres uit de hogere Parijse kringen. De kringen waarin zij zich begaf, waren voor de Debussy’s vorming van groot belang. Ze was dertig en getrouwd met architect Pierre Vasnier. Het echtpaar nam de jonge Debussy onder hun hoede. Pierre keek toe hoe Debussy heimelijk verliefd werd op Blanche, maar greep niet in. De vriendschap met de familie Vasnier en de kringen waarin hij zich toen kon begeven hadden grote invloed op zijn vorming. Debussy droeg verschillende vroege liederen aan Marie-Blanche Vasnier op. De band tussen hen bleef bestaan tot 1890.

Debussy componist
Componist Claude Debussy achter de piano, 1893.

Familie Meck
Op zijn achttiende trad Debussy in dienst van de Russchische Nadesjda von Meck (10 feburari 1831 – 13 januari 1894), als muziekleraar en gouverneur van haar kinderen. Nadesjda von Meck was de beroemde beschermvrouwe van Tsjaikovski, ze was een zakenvrouw. Met haar reisde hij door Europa en zag in Wenen Wagners Tristan en Isolde.

Ook bracht hij drie zomers door bij Nadesjda von Meck. Ze was getrouwd met Duitser Karl von Meck en had 18 kinderen met hem. Debussy was pianist van het huistrio, ook nog bestaande uit P. Danilchenko en Ladislas Pachulsky. Hij speelde voor de familie en gaf muzieklessen. De kinderen herinnerden zich hem later als een levendige, gevoelige Fransman die vrolijkheid bracht in het serieuze huishouden.

Debussy componist Danilchenko Pachulski
Von Meck Trio. Van links naar rechts: Pyotr Danilchenko (viool), Władysław Pachulski (cello) en Claude Debussy (piano), 1880.

Grand Prix de Rome
Na zijn terugkeer in Parijs kreeg Debussy compositieles van Ernest Guiraud. Die adviseerde hem eenvoudiger te schrijven als hij kans wilde maken op de prestigieuze Prix de Rome. Guiraud werd zijn mentor en bleef een trouwe vriend. Ook componist Charles Gounod hielp hem bij het schrijven van zijn inzending.

In 1884, op 22-jarige leeftijd, won Debussy de Grand Prix de Rome met zijn cantate L’enfant prodigue. De prijs betekende een verblijf van twee jaar in de Villa Medici in Rome. Dat beviel hem echter maar matig. Tijdens zijn verblijf schreef hij onder andere Zuleima en Le Printemps, twee orkestwerken die geïnspireerd waren op Botticelli. De examencommissie vond zijn muziek echter te afwijkend van de norm en uitte scherpe kritiek.

Mallarmé, Baudelaire, Verlaine en Wagner

In 1889 bezocht Debussy de wereldtentoonstelling in Parijs, waar hij kennismaakte met Javaanse gamelanmuziek en Spaanse ritmes. Vooral het gamelanorkest maakte diepe indruk en zou zijn werk blijvend beïnvloeden.

Terug in Parijs verbrak hij oude banden, waaronder zijn relatie met Gaby Dupont, en vond aansluiting bij kunstenaars en schrijvers rond dichter Stéphane Mallarmé (18 maart 1842 – 9 september 1898).

Hij raakte bevriend met literaire grootheden als dichters Charles Baudelaire (9 april 1821 – 31 augustus 1867) en Paul Verlaine (30 maart 1844 – 8 januari 1896). Symbolisme, art nouveau, filosofie en psychologie vormden nieuwe inspiratiebronnen, vooral hun aandacht voor dromen en mysterie.

Tussen 1887 en 1893 verdiepte Debussy zich in de muziek van Richard Wagner (22 mei 1813 – 13 februari 1883). In het openbaar was hij kritisch, maar die houding leek deels een pose. Ondanks zijn opmerking dat Wagner een ‘oude gifmenger’ was, zijn diens invloeden duidelijk hoorbaar in onder andere La Demoiselle, Pelléas et Mélisande (1902) en Le Martyre de Saint Sébastian (1911).

Debussy’s eerste echte meesterwerk ontstond in 1894: Prélude à l’après-midi d’un faune, geïnspireerd door een gedicht van Mallarmé. In deze compositie vangt Debussy meesterlijk de dromerige, zinnelijke sfeer van het gedicht. Het publiek reageerde positief op de première, al begrepen critici er weinig van. Mallarmé zelf was echter enthousiast en vond de muziek volledig in lijn met zijn tekst. Het stuk is een schoolvoorbeeld van Debussy’s stijl: suggestief, dromerig en vol onuitgewerkte melodische flarden.

Stéphane Mallarmé dichter
Dichter Stéphane Mallarmé, 1896.
Dichter Baudelaire
Vriend van Debussy en dichter Charles Baudelaire,1863.
Paul Verlaine dichter
Vriend van Debussy en dichter Paul Verlaine, 1893.
Richard Wagner componist
componist Richard Wagner, 1871.
Toneelschrijver Maurice Maeterlinck
Toneelschrijver Maurice Maeterlinck, 1903.

Pelléas et Mélisande
Ook het symbolistische toneelstuk Pelléas et Mélisande van Maurice Maeterlinck (29 augustus 1862 – 6 mei 1949) inspireerde Debussy. Met hulp van Mallarmé ontstond de gelijknamige opera, die in 1902 in première ging in de Opéra Comique in Parijs. De ontvangst was gemengd, wat leidde tot spanningen tussen Debussy en Maeterlinck. Die was boos dat zijn favoriete zangeres niet werd gecast en keerde zich publiekelijk tegen Debussy.

Pas jaren later, in 1920 – toen Debussy al overleden was – hoorde Maeterlinck de opera voor het eerst. Hij schreef oparazangeres Mary Garden, die Mélisande zong, een brief: “Ik had gezworen nooit naar Pelléas et Mélisande te gaan, maar gisteren heb ik die eed gebroken en nu ben ik een gelukkig mens. Dankzij Debussy heb ik voor het eerst mijn eigen werk begrepen.”

Debussy componist
Poster prèmiere Claude Debussy en Maurice Maeterlinck's Pelléas et Mélisande, 1902.

Literatuur en muziek
Veel van Debussy’s composities zijn nauw verbonden met literatuur. Hij liet zich vaak inspireren door poëzie en toneel, en dat zie je terug in zijn werk. Ook als muziekrecensent voor het tijdschrift La Revue Blanche toonde hij zijn literaire talent. Zijn teksten waren scherpzinnig en stijlvol geschreven – een zeldzame combinatie in de muziekwereld.

Vriendschappen met componisten
In 1906 ontmoette Debussy in Parijs de Duitse componist en dirigent Richard Strauss (11 juni 1864 – 8 september 1949), op dat moment een van de invloedrijkste muzikale figuren van zijn tijd. Enkele jaren later, in 1910, maakte hij kennis met de Russische componist Igor Stravinsky (17 juni 1882 – 6 april 1971). Hoewel ze muzikaal vaak van mening verschilden, ontwikkelden ze een levenslange vriendschap. Rond diezelfde tijd ontmoette hij ook componist en dirigent Gustav Mahler (7 juli 1860 – 18 mei 1911). In Parijs kon Mahlers muziek destijds op weinig waardering rekenen. Men vond zijn werk te sentimenteel, te Slavisch en te veel beïnvloed door Schubert.

componist Strauss
Componist en dirigent Richard Strauss, 1909.
Igor Stravinsky componist
Componist Igor Stravinsky, 1920.
Componist dirigent Mahler
Componist en dirigent Gustav Mahler, 1907.

Water als inspiratiebron
Water was een terugkerend thema in Debussy’s muziek. Hij raakte gefascineerd door het steeds veranderende karakter ervan, van kalm en helder tot onrustig en troebel. In die constante verandering zag hij een weerspiegeling van het onderbewuste: diep verborgen gevoelens en gedachten die plotseling aan de oppervlakte kunnen komen. Deze symboliek komt prachtig tot uiting in werken als La Mer en Reflets dans l’eau.

Dirigent van eigen werk
Debussy werd ook actief als dirigent en voerde zijn eigen muziek uit op internationale podia. In 1910 dirigeerde hij in Wenen en Boedapest, in 1911 in Turijn en Parijs. In 1913 stond hij op het podium in Moskou en Sint-Petersburg en in 1914 reisde hij naar Rome, Den Haag, Amsterdam en zelfs Londen, waar hij niet alleen dirigeerde maar ook piano speelde. Zijn internationale reputatie was op dat moment stevig gevestigd.

Ziekte en strijd
In 1909 werd duidelijk dat Debussy ernstig ziek was: hij leed aan kanker. Om de pijn te verlichten, gebruikte hij morfine en cocaïne. Toch bleef hij componeren, zelfs toen hij bedlegerig werd. Zijn toewijding aan de muziek was onverzettelijk, zelfs terwijl zijn gezondheid hem in de steek liet.

Componist Debussy
Claude Debussy in 1908.

Oorlog en laatste werken
De uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in 1914 raakte Debussy diep. Ondanks het oorlogsgeweld wist hij nog enkele meesterwerken te voltooien: de Études voor piano, drie sonates en het werk voor vier handen En blanc et noir. Dat zijn einde naderde was hij zich bewust. Hij schreef in een brief: “Ik schrijf alle muziek die me te binnen schiet… als een razende… een beetje doof ook… het noodlottige uur nadert. Maar ik zal schrijven tot het allerlaatste moment.”

Laatste dagen
Tijdens het laatste Duitse offensief in 1918, dat leidde tot de belegering van Parijs, was Debussy te zwak om uit zijn bed te komen. Op 25 maart 1918 overleed hij, op 55-jarige leeftijd. Vanwege de gevechten woonde slechts een klein gezelschap – onder wie Gabriel Pierné en dirigent Chevillard – de snelle informele begrafenis bij op de begraafplaats Père-Lachaise. Een jaar later werd hij herbegraven op begraafplaats Passy. Zoals hij wilde was dat “onder de bomen en de vogels”.

Bij de ingang van het Bois de Boulogne staat een monument ter ere van hem, met een eenvoudige inscriptie: “Claude Achille Debussy, musicien français.” Het beeldhouwwerk is van de broers Martel.

Claude Debussy was een bescheiden, teruggetrokken man, altijd gericht op vernieuwing. Herhaling had geen plaats in zijn werk. Zijn drang om te scheppen was niet te stoppen, zelfs niet door ziekte, oorlog of dood.

Zijn dochter Claude-Emma werd al in 1919 en zijn vrouw Emma Bardac in 1934 bij hem begraven.

Debussy en de liefde
Debussy ging met verschillende vrouwen om.

Gabrielle (Gaby) Dupont en Thérèse Roger
Vanaf 1890 had Debussy een relatie met Gabrielle Dupont en drie jaar later woonden ze samen. Hij had een affaire met zangeres Thérèse Roger, met wie hij zich verloofde. Daar werd schande van gesproken en de relatie werd weer beëindigd.

Lilly Texier
Debussy verliet Dupont en ging een relatie aan met haar vriendin Marie-Rosalie (Lilly) Texier (22 mei 1873 – 17 december 1932). Op 19 oktober 1899 trouwde de 37-jarige Claude Debussy met haar. Ze was een jonge, eenvoudige en zorgzame vrouw die in zijn ogen ‘onwaarschijnlijk blond en mooi als een sprookje’ was. Toch hield het sprookje geen stand. Het huwelijk kwam onder druk te staan door allerlei zorgen, spanningen en Debussy’s rusteloze aard. In 1905 werd het officieel alweer ontbonden.

De breuk met Lily verliep dramatisch. In de zomer van 1904 verliet Debussy haar plotseling (hij vertelde dat per brief aan zijn vrouw). Al snel werd duidelijk dat hij een relatie had met Emma Bardac (10 July 1862 – 20 August 1934), een welgestelde en cultureel ontwikkelde vrouw uit de Joodse elite van Parijs en de echtgenote van bankier Sigismond Bardac. Het huwelijk van Emma Moyse Bardac eindigde daardoor ook in 1905.

Voor Lily was het een zware klap. Ze deed een zelfmoordpoging en raakte ernstig gewond door een schot met een revolver. Ze werd met spoed opgenomen in het ziekenhuis, maar overleefde het. Ze leefde nog tot 1932 en had zich uiteindelijk verzoend met de herinnering aan haar voormalige echtgenoot. Ondanks alles bleef ze zijn muzikale werk haar leven lang met bewondering volgen.

Emma Bardac
In 1908 trouwde Debussy met Emma Bardac (10 juli 1862 – 20 augustus 1934). Ze bleven samen tot zijn dood in 1918. Uit hun relatie was in 1905 al een dochter geboren: Claude-Emma (30 oktober 1905 – juli 1919), liefkozend ‘Chouchou’ genoemd. Debussy was dol op haar en droeg zijn bekende pianocyclus Children’s Corner aan haar op. Hun band was hecht, Chouchou leek erg op haar vader en was ook muzikaal. Ze zong en speelde piano en viool. Op zevenjarige leeftijd startte ze ook met componeren. Tragisch genoeg overleed Chouchou slechts een jaar na haar vader, in 1919, aan een difterie-infectie.

Gabrielle Dupont 1893
Vriendin Gabrielle (Gaby) Dupont, 1893.
Thérèse Roger
Vriendin Thérèse Roger.
Marie-Rosalie Texier Debussy.
Marie-Rosalie (Lilly) Texier met Debussy.
Emma Bardac Debussy
Emma Bardac Debussy, 1925.
Debussy Emma
Debussy en zijn vrouw Emma.
Claude Emma Debussy
Vader en dochter Claude Emma Debussy op het strand.
Debussy
Vader en dochter Debussy in het bos.
Claude Emma Debussy
Dochter Claude Emma Debussy (Chouchou), 13 jaar, 1918.

Luister naar het werk van componist Debussy

Geschreven door Ilse Steel

Bronnen:
Klassieke componisten Atrium
Muziek zonder woorden Kluwer
Spectrum componisten van A tot Z

Debussy
Bladmuziek Cloches à travers les feuilles van Debussy, 1907.