Regels Eurovisie Songfestival
Natuurlijk veranderde er in de loop van de jaren vele zaken aan dit festival. De elementaire regels van het songfestival waren in 1956: de deelnemers moeten live zingen en de muziek moet ook live zijn. De liedjes moeten oorspronkelijk zijn, dus ze mogen nog niet gepubliceerd, opgenomen of uitgevoerd zijn, voordat ze in de nationale voorronde te horen zijn. Alle deelnemende landen moesten zich aan dezelfde regels houden. Gezien de uitvoeringstechnieken, die zich steeds verder ontwikkelden, werden ook de regels steeds aangepast.
Allereerst in 1999 het ontbreken van het ‘live-orkest’, waarmee al een zekere charme van het festival verdween. Ook werd dat jaar besloten dat de deelnemende landen niet langer meer verplicht zijn om in hun eigen taal te zingen, daarmee verdween in feite het echte karakteristieke aspect van het Eurovisie Songfestival.
De organisatie veranderde ook het systeem van stemmen vaak. De EBU (European Broadcasting Union) was onder de indruk van de stemming per regio, die Groot Brittannië toepaste om zijn inzending uit te kiezen en voerde die in 1957 in. Tien personen uit elk land vormde de jury, ze volgden de uitzending in eigen land en moesten na afloop een stem uitbrengen op het liedje, dat ze het beste vonden, maar mochten niet op hun eigen land stemmen. In de daarop volgende jaren paste de organisatie de regels van het stemsysteem nog enkele malen aan.