Tot eind 1959 ging alles kalm zijn gangetje in de maatschappij. Braaf, burgerlijk, bekrompen soms, met voor de jeugd weinig vrijheid of kans op ontplooiing. Voor de oudere generatie was er het rustige en ordelijke bestaan. De gevestigde orde had de teugels strak in handen en liet deze node vieren. Maar er brak een nieuw tijdperk aan. In Amerika begon de jeugd zich aan het einde van de jaren vijftig al flink te roeren en rebelleerde tegen het gezag. Dit verschijnsel sloeg al snel over naar het Europese vasteland.
In het begin van de jaren zestig werd de jeugd steeds rustelozer, men zocht naar een nieuwe identiteit. Met de komst van o.a. The Beatles, vier jongens uit het Engelse Liverpool, veranderde de beschermde wereld van de jeugd volkomen. De muziek zou een belangrijke bijdrage leveren aan de vernieuwingen en voor een doorbraak zorgen op velerlei gebied!
Alleen al door het dragen van lang haar (het beatlekapsel), riepen deze jongens de wraak en de tegenwerking van de gevestigde orde op. Voor de jeugd uit die tijd kwamen de Beatles als een soort bevrijders die hun een manier verschafte om uit hun ingekapseld bestaan te komen. Intuïtief voelde de jeugd de veranderingen aan die onder de oppervlakte lagen. De muzikale revolutie riep gevoelens op in de jonge mensen die ze op alle mogelijke manieren wilden uiten.
Eind jaren vijftig werden de draaiende heupbewegingen die Elvis Presley maakte als obsceen beschreven. De burger was tot in het diepst van zijn ziel geschokt en wilde ingrijpen in een proces dat in een stroomversnelling zou geraken. De maatschappij schudde op haar grondvesten! Alle generaties werden hiermee geconfronteerd. De gevestigde orde stelde zich uiterst kritisch op, zonder ruimte voor openheid en enige tolerantie. Men voelde zich in zijn bestaan bedreigd.