
Moedertje had heel haar leven
Voor de kinderen gesjouwd,
Nu was moedertje versleten
Zorgen maakten haar vroeg oud!
Maar sprak zij van haar kind’ren
Dan zei ze, zoo trotsch en blij:
’t Koste moeite, maar toch zijn ze
Menschen in de Maatschappij.
Refrein:
Nu loopt moeder langs de huizen
Van den meer voornamen stand,
Met een bakje naald’ en, spelden,
Elastiek en veterband.
Voor ’n oud moedertje dat daag’lijks
Voor een schaam’le boot’ram vocht
Blijft het wreed om steeds te hooren:
‘Aan de deur wordt niet gekocht.’
Moedertje belt aan een villa
Net een sprookje — wonderschoon,
En daar leest zij — is het moog’lijk
Ja, den naam van haren zoon!
’t Rimpelig gezicht verbergt ze
Schaamtevol in der oude shawl,
En een stem roept: van m’n deur weg
Dat gebedel is een schandaal.
Refrein:
Weenend loopt zij langs de huizen
Van den meer voornamen stand,
Met een bakje naald’ en, spelden
Elastiek en veterband.
Van ’n oud moedertje dat daag’lijks
Voor een schaam’le boot’ram vocht
Was ’t wreed van hem te hooren:
‘Aan de deur wordt niet gekocht.’