Home / Liedjes / Ach hoe zoet is toch het minnen

Ach hoe zoet is toch het minnen

Met dank aan Trudy Vlasveld voor het insturen van de tekst

trouwen man vrouw

Ach hoe zoet is toch het minnen
Prinsepaal* in dezen tijd
Den zomer geeft ons andere zinnen
en ieder jongman is verblijd.
Hoe aangenaam zijn toch de weren
den geur der bloemen gelijk als wijn
vond ik een lief, ik zou verkeren
Ik tracht toch eens getrouwd te zijn.

Dan heb ik voor genomen
om uit wandelen te gaan
In het groene veld ben ik gekomen
daar vond ik vele vruchten staan
Ik zag daar toch zovele kleuren
Ik dacht wie mag de schoonste zijn?
In mijne jeugd wil ik verkeren
Ik tracht om eens getrouwd te zijn.

Het schoon gezang van vreemde dieren
hoor den zoeten nachtegaal
Op mijne reis zoveel plazieren
Ik hoorde op eens een vreemde taal
Een schone maagd naar mijn verlangen
zij klaagde daar haare minnepijn,
ik dacht kon ik zoo een vogel vangen
Ik tracht met haar getrouwd te zijn.

Mijn hart wierd door de min ontstoken
als ik zag haar schoonheid aan
Ging ik haar van de liefde spreken
maar ach zij hoorde mij niet aan.
Haar schone kleur, haar rode wangen,
schone maagd ik ben in pijn
Ach mocht ik zoo ene vogel vangen
Ik tracht met haar getrouwd te zijn.

Jong man, ik ben te jong van jaren
Ik bewaar de maagde bloem,
ik heb de zin (niet) om te jaren (paren)
Keert maar uit de wijdeweer om
Den maagden staat leid zoveel gevaren
Een dochter is gauw in die pijn
Ik wacht nog liever verscheidene jaren
eer ik tracht getrouwd te zijn.

Vriendin verandert uwe zinnen
eer ik ga uit deze wei
Mocht ik u altijd beminnen
om eens te rusten aan uw zij
Tot dat die dood mij zal verslinden,
O maagde bloem, wordt toch mijn vrouw
Eeuwig blijf ik u beminnen
schenk mij toch uw hand op trouw.

Is uw hart gelijk uw woorden
daar is u mijn hand op trouw
Niemand als gij kunt mij bekoren
ik wil worden uwe vrouw
Ik geef u den keur van mijne bloemen
vrees geen klippen of gevaar
Gij hebt al te lang gewonnen
om te leven met malkaar.

Den jongeling die leeft in lusten
het verkeren is gedaan
Zijne vrouw kan aan zijne zijde rusten
neem hier eens een exempel aan.
Die ook nog tracht een bloem te plukken
verzint eer gij bemind
Gij moogt ze plukken maar niet verslinden
dan wordt gij oprecht bemind.



Lied uit een schrift van de opa van Trudy Vlasveld, Willem Verschaeren (02-05-1852 - 13-04-1950). Beluister dit lied hier.

*Prinsepaal= vooral

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten