Home / Liedjes / Afscheidsbrief van een lelijk meisje aan haar vrijer

Afscheidsbrief van een lelijk meisje aan haar vrijer

Schrijver: Jacobus Hendrikus (Koos) Speenhoff (23 oktober 1869 - 3 maart 1945)
Componist: Jacobus Hendrikus (Koos) Speenhoff (23 oktober 1869 - 3 maart 1945)
Jaar gepubliceerd: 1904

Ik heb jou heel de avond nagelopen
maar jij deed net alsof jij mij niet kent.
En als je omkeek ben ik weggekropen
omdat ik weet dat ik zo lelijk ben.

Voor je mij zei dat je me graag mocht lijden
had ik nog maling aan mijn scheve nek.
Ik dacht dat toch geen mens met mij wil vrijen
want mooie meissies zijn het meest in trek

Voor jou had ik mijn bloessie aangetrokken
droeg ik mijn hoedje van de modeplaat.
Maar voor een winkelruit ben ik geschrokken
toen ik zag hoe lelijk mij die rommel staat.

Al rook ik niet zo lekker als een dame
je hebt me helemaal niet aangeraakt.
Je zat je voor mijn lelijkheid te schamen
Je hebt mij dronken in een kroeg gemaakt

En toen ik niks kon zien en niks kon horen
ben jij hem stiekem met mijn geld gesmeerd.
En met de gouden bellen uit mijn oren
moest ik betalen wat jij had verteerd.

Al droeg ik grove keukenmeiden kleren
al was jij vies van zo’n mismaakte meid
mijn arme centjes wou je wel verteren
mijn hele spaarbankboekkie ben ik kwijt.

Ik ben te lelijk om me te verkopen
Ik ben te dom om zo gemeen te doen
Daarom ben ik het water in gelopen
Adieu, vaarwel, ik eindig met een zoen



Beluister dit lied op YouTube, uitgevoerd door Adèle Bloemendaal (11-01-1933 - 21-01-2017), die in 1967 het lied uitbracht op het album Aaah-dèle:

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten