
Al is uw vader maar een smid
Al heeft hij handen zwart als git
En ook een zwart gezicht
Misprijs daarom den brave niet
’t Is hij die ’t dagelijks brood u biedt
Voor u voor u is ’t werk hem licht
Al draagt hij maar een blauwen kiel
Daaronder huist een edele ziel
Daar huist een rein gemoed
Bij ’t zwoegen vindt hij waar genot
Hij ziet voor u een beter lot
Voor u voor u is ’t werk hem zoet
En als uw vader oud vol pijn
Gebroken afgemat zal zijn
Voor genen last gezwicht
De handen uit de mouwen dan
Ge wordt alzo een flinke man
Voor u voor u is ’t werken plicht