Ze was een flinke Boerenmeid
Die dolgraag in de stad wou dienen,
Ze ging van huis weg zonder spijt
Al moest ze bij ’t afscheid grienen.
Ze zat nog snikkend in de trein,
Haar overbuur zei: wat mankeert je,
Zoo’n flinke meid moet vroolijk zijn.
Toen zei ze: als je blieft meneertje.
Ze kreeg een dienst bij een meneer,
Maar ’t dienen wou haar niet best lukken,
Bij ’t vatenwasschen d’ eerste keer
Brak ze een heel servies in stukken.
En woedend riep haar meester toen:
Meid je kent niks en niemand leert je.
Wil ik het werk soms voor je doen?
Toen zei ze: als je blieft meneertje.
Den anderen morgen kwam meneer
Bij haar eens kijken in de keuken,
Hij maakte grapjes en zoo meer
Zij vond meneer toch zoo een leuke.
Hij zei: je bent nog niet ontgroend
Jij komt pas uit het boerensfeertje.
Wil ik je eens leeren hoe je zoent?
Toen zei ze: als je blieft meneertje.
Van dien tijd deed meneer zijn best
Voor haar verdere edukasie,
Kneep in haar armen en de rest
In keuken, gang of op het plasie.
Hij was een ouwe vrijgezel,
En vroeg haar iets op een keertje,
Wat hij haar vroeg begrijpt u wel
Toen zij sprak: als je blieft meneertje.
Toen gaf hij gauw de meid ontslag,
Hij dacht haar reeds voorgoed verdwenen,
Toen is ze op een zekere dag
Met ‘r vader en haar broer verschenen.
Onder een doek had zij heel warm
’t Copietje van ’t verliefde heertje,
Dat lag ze schreeuwend in zijn arm
En zei toen: als je blieft meneertje.
Meneertje kwam toen ook weldra
Met de noodige bankjes op de proppen,
Want broertjelief en de papa
Hadden handen net als kolenschoppen.
En de moraal nu tot besluit
Bedenk, de ondervinding leert je,
Haal nooit met meisjes grapjes uit
Die zeggen: als je blieft meneertje.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.