Op de blauw-azuren zee,
Waar de bolle zeilen zwieren,
Gooien vissers netten uit,
Laten koen de kables vieren;
Heisa hee, Heisa hee,
Witte zeilen op de zee,
Heisa hee, Heisa hee,
Witte zeilen op de zee.
In de bont-bevolkte stad,
Klinken zwaar de mokerslagen,
Alles jaagt en stuwt en streeft,
Door de arbeid-zware dagen;
Heisa hoei, heisa hoei,
Dreunend davert ’t stads-geloei,
Heisa hoei, heisa hoei,
Dreunend davert ’t stads-geloei.
In het zon-doorstoode land,
Zijn de zaaiers aan het zaaien,
Als het koren is gerijpt,
Gaan de maaiers aan het maaien;
Heisa hei, heisa hei,
Sikkels flitsen rij aan rij,
Heisa hei, heisa hei,
Sikkels flitsen rij aan rij.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.