Home / Liedjes / Avondklokje ’t

Avondklokje ’t


Zachtjes klinkt ’t avondklokje,
Alles begeeft zich ter ruste neer.
Vogelen zingen treurige liederen,
’t Zonlicht daalt in ’t Westen neer.
Vogelen zingen treurige liederen,
’t Zonlicht daalt in ’t Westen neer

Achter in ’t zwarte klooster,
Zusters in hun stille dracht.
Zij verplegen daar de lijders,
Die gewond zijn aangebracht.
Zij verplegen daar de lijders,
Die gewond zijn aangebracht.

Beide deuren staan wijd open
En een zuster treed daar in,
Met een jongeling in haar armen,
Die nooit meer ten strijde ging.
Met een jongeling in haar armen,
Die nooit meer ten strijde ging.

Beide beenen afgeschoten
En daarbij zijn rechterhand.
Want hij had zoo trouw gestreden,
Voor zijn dierbaar Vaderland.
Want hij had zoo trouw gestreden,
Voor zijn dierbaar Vaderland.

Achter in ’t zwarte klooster,
Klopt een droeve moeder aan.
Ligt mijn zoon hier zwaar gewond soms,
Gaarne zou ik tot hem gaan.
Ligt mijn zoon hier zwaar gewond soms,
Gaarne zou ik tot hem gaan.

‘Arme moeder’ sprak de zuster,
‘Ach uw zoon die leeft niet meer.
Al zijn lijden is geweken,
Hij stierf voor zijn land en eer.
Al zijn lijden is geweken,
Hij stierf voor zijn land en eer.’

In de kamer aangekomen,
Nam zij ’t witte doodskleed af.
En in tranen stort zij neder,
Delft voor mij en hem een graf.
En in tranen stort zij neder,
Delft voor mij en hem een graf.

Op ’t kerkhof ligt begraven,
Eene moeder en haar zoon.
En nu strijden zij voor eeuwig,
Ja voor eeuwig voor Gods troon.
En nu strijden zij voor eeuwig,
Ja voor eeuwig voor Gods troon.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten