Home / Liedjes / Bankje bij de haven ’t

Bankje bij de haven ’t

(Willy Derby 1919)

‘k Stond heel jong reeds als wees hier op aarde,
Voelde vroeg reeds ’s levens ellend’
Vaderzorgen of wel moederliefde.
Heb ik nooit in m’n leven gekend
Tot ik haar voor het eerst mocht ontmoeten,
Die ik lief kreeg als nooit een tevoor,
Zij die als m’n schip dan weer zee koos,
Me toefluisterde in m’n oor:

Refrein:
‘Op ’t bankje bij de haven’,
Zo sprak ze lief en teer,
‘Daar zal ik op je wachten,
Als je terug komt weer.
Blijf altijd aan me denken,
Je eed van liefde trouw.
Ik zal je alles schenken,
Wat ik geven kan als vrouw.

Als ‘k na maanden van zwalken en varen,
Binnenliep en de schuit was getrost,
Ging ‘k zodra ik aan wal kwam het eerste,
Naar haar toe en zij was op d’r post.
En na dagen van innege liefde,
Werd ik weer van haar zij weg gescheurd,
En ze zei voor dat ik aan boord ging,
‘Moed jongen kom niet getreurd.’

Refrein: als boven.

Vele jaren zijn er zo verlopen
En ze wachtte me trouw elke keer.
Doch het laatst heb ik schipbreuk geleden
En ik zag d’r in jaren niet meer.
Toen ik na zoveel jaren van scheiden,
Goddank! eindelijk weer stapte aan wal,
Toog ik met een brandend verlangen
Naar haar toe dra het eerst weer van al.

Refrein:

Naar ’t bankje bij de haven,
Daar vond ik haar toen weer.
Daar lag ze nu begraven,
M’n schat ze was niet meer.
En op ’t eenvoudig kruisje,
Daar stond, ‘hier rust je vrouw’,
En boven in den hemel,
Daar wacht ik nu op jou.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten