In het groene loover
Zit een vogelijn,
Onder ’t groene loover
Zit een maagdelijn;
’t Vogeltje zingt boven,
’t Meisje zingt beneên,
Weltevreên!
En hun zoete stemmen
Smelten zacht ineen,
En hun zoete stemmen
Smelten zacht ineen.
In de kruidjes luistert
Al het wollig vee,
In de blaadjes fluistert
Ieder koeltje mee;
’t Vogeltje zingt boven,
’t Meisje zingt beneên,
Weltevreên!
En hun zoete stemmen
Smelten zacht ineen,
En hun zoete stemmen
Smelten zacht ineen.
’t Vogel-keeltje ontglippen
Lied’ren God ter eer,
En de maagden-lippen
Danken God den Heer;
’t Vogeltje zingt boven,
’t Meisje zingt beneên,
Weltevreên!
En hun zoete stemmen
Smelten zacht ineen,
En hun zoete stemmen
Smelten zacht ineen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.