Boer Japik had een boerderij
Een beste vent was hij!
En op een goede dag kocht hij
Er nog een varken bij.
Een varken is een heel vet beest,
Als ’t wordt geslacht is ’t er geweest
’t Was Knor! knor! zus en knor! knor! zo
En de hele dag maar knor.
Hojo! hojo! Bij Japik gaat dat zo!
Boer Japik had een boerderij
Een beste vent was hij!
Om ’t goed te doen besloot hij toen:
“Ik neem ook een kalkoen.’
Het dier was negen maanden oud
En tegen Kerst kreeg ie ’t benauwd!
’t Was Kloek! kloek! zus en kloek! kloek! zo
En de hele dag maar kloek!
Hojo! hojo! Bij Japik gaat dat zo!
Boer Japik had een boerderij
Een beste vent was hij!
Vier poten, staart, twee horens toe,
U raadt het al: een koe.
De koe die gaf maar melk, en melk
En melk, dat weet j’ is goed voor elk,
t Was Boe! boe! zus en boe! boe! zo
En de hele dag maar boe!
Hojo! hojo! Bij Japik gaat dat zo!
Boer Japik had een boerderij
Een beste vent was hij!
Een eend, die ’t daar best lekker vond,
Zwom er prinsheerlijk rond.
Had Donald Duck ’t geweten, zeg,
Dan raakte hij, prompt van de leg!
’t Was Kwek! kwek! zus en kwek! kwek! zo
En de hele dag maar kwek!
Hojo! hojo! Bij Japik gaat dat zo!
Boer Japik had een boerderij
Een beste vent was hij!
Het waakst van allen was de hond,
Die heus, z’n man wel stond.
Wie ’n likkie van dat fikkie kreeg
Die zeeg ineen als bladerdeeg.
’t Was Knor! knor! zus en knor! knor! zo
En de hele dag maar knor.
’t Was Kloek! kloek! zus en kloek! kloek! zo
En de hele dag maar kloek!
’t Was Boe! boe! zus en boe! boe! zo
En de hele dag maar boe!
’t Was kwek! kwek! zus en kwek! kwek! zo
En de hele dag maar kwek!
’t Was Woef! woef! zus en woef! woef! zo
En de hele dag maar woef!
Hojo! hojo! Bij Japik gaat dat zo!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.