
Wij boeren en boerinnen
wij werken dag en nacht:
wij ploegen en wij spinnen
en wij zingen uit alle macht
Refrein:
Lieve Heer, kost en kleer, ’t hemelrijk en dan niet meer.
Lieve Heer, kost en kleer, ’t hemelrijk en dan niet meer.
Wij spitten en wij spaaien
geheele dagen lang;
wij zaaien en wij maaien
en wij zingen deze zang.
Refrein
Wij eten alle dagen
van boekweit lekk’re pap;
zoo vullen we onze magen
en wij zingen even rap.
Refrein
Wij eten zoete boter
en melk lescht onze dorst;
Zoo worden wij al grooter
en wij zingen uit volle borst.
Refrein
Wij dekken geene tafel;
een stuksken uit de hand,
Dat smaakt ons als een wafel
en wij zingen over ’t land.
Refrein
Gij eed’len en gij rijken,
wij zeggen ’t u zeer vrij:
Wij willen u niet wijken,
gij en zingt niet half zoo blij
Refrein