Home / Liedjes / Brief van een meid die het te goed had

Brief van een meid die het te goed had



Al was ik afgelaaje dronke
Toen jij me ’s nachts tegenkwam,
Als was ik ’n matrozescharrel,
Toen jij me in je bakkie nam.
Al was ik ook nog zoo’n raar stuk ete,
De grootste haaibaai van de steeg,
Toch was ik liever blind geworde
Voordat ik kennis aan jou kreeg.

Ik vloekte als ’n polderjonge
Ik dronk jenever as ’n vent,
Ik groosde met m’n baaien rokken
Ik was geen andere gewend.
De cente die ik ’s nachts verdiende
Die stak me kerel in z’n zak,
Al sloeg tie me soms blauwe oogen
Bij hem had ik ’n onderdak.

Je zou me uit ’t leven halen
Heb jij me in ’t begin gezeid,
Had jij me daar maar in gelate
Al was ik ’n gemeene meid.
Maar nou ik van je ben gaan houen
Behandel je me als een beest,
Nou zit ik me wel eens te schamen
Voor wat ik vroeger ben geweest.

Je liet me in je auto rijden
Je gaf me mooie bullen an,
Je liet me an je vrinden kijken
Die kietelden me nou en dan.
Je nam me mee naar Scheveningen
Je bracht me in ’n groot hotel,
En als ik sjokola wou hebben
Dan mogt ik drukken op de bel.

Ik hield me mond dicht bij ’t eten
‘k Heb netjes in m’n hand gehoest,
Me nagels heb ik schoon gepeuterd
Me tanden tweemaal daags gepoetst.
Maar als we ergens wat gebruikten
Dan lachte jij venijnig mee
Wanneer ik me fesoen wou houen
En netjes sprak van: sivoeplee!

Je hebt me rommel laten eten
Dat kouwe goedje uit ’n glas,
Och God je had ’t motte wete
Hoe naar of ik er soms van was.
Ik heb er tegen zitten kokken
Wanneer ik dooie eenden at,
Dan dacht ik dikwijls bij m’n eigen
‘k Wou dat ik maar een lappie had.

Je vrinden dat zijn groote fielten
Wat zijn die kerels toch gemeen,
Ik heb ze nooit de kans gegeven
Ik was voor jou toch maar alleen.
En toen ze me niet konden krijgen
Omdat ik stond op me fesoen,
Toen kwam dat zoodje me vertellen
Dat jij me graag wou overdoen.

Waarom was jij zoo lief en aardig
Waarom had jij zoo’n fijne snor?
Wanneer ik daar niet naar mag kijken
Geloof ik dat ik ak’lig wor.
Ik ga me liever slaan en trappen
Voor dat je me de deur uit smijt,
Toe la me nou maar bij je blijve
Al was ’t maar als werrekmeid.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten